Hoe werkt een infrarood paneel
Infraroodstraling is een vorm van elektromagnetische straling, vergelijkbaar met licht, maar met langere golflengten. De infraroodstraling wordt opgewekt door een verwarmingselement in het paneel en verspreidt zich in de vorm van warmtegolven. Dit element kan verschillende technologieën bevatten, zoals koolstofvezels, metaaldraden of kwartsbuizen.
Omdat stralingswarmte anders werkt dan traditionele convectieverwarming zijn er een aantal verschillen waar je rekening mee moet houden om optimaal van infrarood warmte te kunnen genieten.
In tegenstelling tot convectieverwarming, waarbij lucht wordt verwarmd en door een ruimte circuleert, verwarmt een infraroodpaneel objecten en mensen rechtstreeks in zijn stralingspad. Wanneer infraroodstralen een object raken, worden de energie en warmte geabsorbeerd, waardoor objecten en mensen wordt opgewarmd. Dit maakt infraroodverwarming efficiënter omdat er minder energie verloren gaat aan het verwarmen van ongebruikte lucht. Dit is te vergelijken met de aangename warmte van de zon op een koude winterdag. Dit geeft een hogere gevoelstemperatuur met een koude omgevingstemperatuur. Zo kan het comfortabeler aanvoelen bij een lagere temperatuur.
Infraroodpanelen kunnen snel warmte leveren, omdat er geen lange opwarmtijd nodig is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een traditionele radiator. Panelen met een koolstof kristal verwarmingselement geven al binnen enkele minuten warmte af. Waardoor het voor het paneel zelf direct warm aanvoelt. Ook al voel je de stralingswarmte erg snel, in vergelijking met traditionele verwarming duurt het wel langer voordat de gehele ruimte is opgewarmd. Dit omdat objecten zoals meubels en muren door de infrarood straling verwarmd worden en deze warmte dan weer teruggegeven wordt aan de ruimte.
Temperatuur meting gebeurt anders dan bij je normale verwarming met centrale thermostaat. De temperatuur wordt direct aan het paneel gemeten waar het een stuk warmer is. De temperatuur kan daarom een stuk hoger aflezen op het paneel terwijl het in de rest van de ruimte nog niet warm aanvoelt. Als je het paneel op bijvoorbeeld 19 graden instelt zoals je gewend bent kan deze veel te snel uitschakelen. Afhankelijk van de grootte van het paneel, de ruimte en de afstand stel je de temperatuur zo in dat het aangenaam aanvoelt. Als je het paneel op bijvoorbeeld 28 graden instelt voor het gewenste effect betekent dit niet dat de ruimte ook daadwerkelijk 28 graden wordt. Als je de thermostaat van je normale verwarming afleest, zal deze bijvoorbeeld 17 graden omgevingstemperatuur aangeven. Terwijl het gevoelsmatig 20 graden lijkt door de stralingswarmte en het paneel misschien 27 graden aangeeft. Dit is een kwestie van proberen en voor de panelen de juiste instellingen vinden. In de buurt van een paneel is de gevoelstemperatuur hoger zo hoef je de ruimte minder te verwarmen als je de panelen goed positioneert en instelt. Experimenteer daarom, elk huis en elke situatie is anders. Experimenteer met de instellingen van de panelen en de positionering ervan om te zien wat het beste werkt in jouw situatie.
Een infrarood paneel is niet dimbaar en staat aan of uit. Het maakt dus geen verschil voor de warmte afgifte of je de temperatuur op 20 of 35 graden instelt. Het paneel wordt in beide gevallen even warm. Het verschil is dat het paneel uitspringt zodra de ingestelde temperatuur bereikt is en weer aanspringt zodra deze weer 1 graden gezakt is.
Bijkomend voordeel van stralingswarmte is dat er geen luchtcirculatie ontstaat waardoor er veel minder stofdelen en pollen door de lucht dwarrelen. Waardoor men minder last van allergieën heeft.